zondag 20 november 2016

HERFSTIG STOOFGERECHT MET BIER EN PRUIMEN

Leuk hoor, herfst.

Wandelingen maken, paddenstoelen zoeken. Kou, wind, regen.

Laten we vooral niet vergeten om deze zelf opgelegde ontberingen zo nu en dan af te sluiten met:

..een goeie STOOFPOT MET BIER EN PRUIMEN!


INGREDIENTEN:

8 ons runderlappen
2 grote uien
1 flinke winterpeen
2 of 3 stengels bleekselderij
2 eetlepels bloem
500 ml runderbouillon
2 ons gedroogde pruimen zonder pit
Een fles of blik donker bier (33cl)
Olijfolie
1 laurierblad

BEREIDING:

1. Bestrooi het vlees met de bloem en bak het vlees apart en voordat je de groente bakt. Ik hou van goed bruin aangebraden vlees, niet van per ongeluk half gekookte baksels. In een lage koekenpan, op hoog vuur en in niet al te grote porties krijg ik het beste resultaat.

2. Je hebt de wortel en de stengels bleekselderij over de lengte doormidden en in schijfjes gesneden. Snij de uien in ringen. Bak de groente in een flinke scheut olijfolie in zo'n zware gietijzeren pan, een Römertopf of een gewone stoofpan.

3. Voeg het aangebraden vlees en de andere ingrediënten erbij, behalve de pruimen. Laat het geheel 3 uur stoven op het fornuis of in de oven op 150 graden. Het laatste half uur gooi ik pas de pruimen erbij, want anders lossen ze op en dat vind ik smaak-technisch een beetje jammer. Vergeet niet op smaak te brengen met zout en peper, en - het geheim van de smid, zomaar op het internet - Worcester saus.

4. Ik maak er graag puree of mousseline (chique term voor puree die je met de blender pureert tot een gladde mousse) bij. Gewoon van aardappelen of met een vleugje pastinaak (1 op 3 of 1 op 2). Helemáál top is witte truffelolie op of door de puree!

5. Een frisse salade - bv met romaine, radijs, venkel en citroendressing - voorkomt dat dit gerecht als een blok op de maag valt.

6. Rode wijn: geen zoete Merlot of Syrah, want het gerecht is al vrij zoet door de pruimen en het herfstbier. Je hebt tannine nodig, dus zou voor mooie gerijpte Cabernet Sauvignon gaan.


Wandeling Meijendel


Even wat kiekjes van een wandeling in Meijendel op zondag 13 november.

We hebben door het Vogelbos gelopen en zijn via de Libellenvallei weer terug gekomen bij De Tapuit, het bezoekerscentrum van Dunea bij Boerderij Meijendel.

Die uitkijkpost in het Vogelbos, op de foto hierboven, is een aanrader. Mooi uitzicht op de woeste begroeiing van de duinen. Bossen Duindoorn en nog veel meer groen dat ik ooit hoop te gaan herkennen, tot het oog reikt. Volgende keer kom ik vroeg en alleen, dan is de plek helemaal magisch.

In die plas in de verte zagen we door onze verrekijker een paar Grote Zaagbekken, Smienten, Rotganzen, een stel Knobbelzwanen en een Zilverreiger. Barend Buizerd hield het allemaal goed in de gaten vanaf zijn tak.
Dit spul hier links wordt Sterrenschot of Heksensnot genoemd. Geen idee wat het was, dus ik heb het op de determinatiegroep op Facebook gezet.

Er kwam een bizar verhaal terug. De gelei komt van kikkers. In het kikkerlijfje zit kikkerdril te wachten tot het vroege voorjaar. Mocht een kikkerwijfje gegeten worden door een roofdier, dan komt de dril in aanraking met het vocht in de maag van het dier dat haar opvrat (met huid en haar, dit keer waarschijnlijk niet aan de Oevers van de Rotte...), bv een Reiger of een Marter. Die wordt misselijk, want de gelei zwelt van dat water en is kennelijk niet binnen te houden zo smerig, en spuugt de prut weer uit. Voilà. Heksensnot...

Als je goed kijkt zie je de zwarte puntjes van de vruchtjes liggen naast of in de glibberige gelei. Niet echt normaal dat ik dit vind in de herfst. Meer iets voor het voorjaar. Maar ja, de natuur is nu eenmaal wat grillig deze dagen... Check dit filmpje!



Hierboven Kelkjes Mos

Kennis  over paddenstoelen is nog steeds niet mijn sterkste punt. Linksboven is een bovist, ik gok een Kogelhoutskoolzwam.

Die hier links...ik zou het werkelijk niet weten. Een foto van de onderkant schijnt belangrijk te zijn voor determinatie. Plaatjes, geen buisjes.
Zeg het maar...

De familie Galloway was er ook. Tamme beesten. Grote grazer en echte oerkoe.
Judasoor. Die valt dan weer wel te onthouden. Lijkt inderdaad best op een oor. En om het verhaal af te maken: Judas heeft zich opgehangen aan een Vlier. En dat is de favoriete gastheer van deze zwam. Dus.

zondag 6 november 2016

Lentevreugd geeft ook plezier in de herfst!

Vandaag voor het eerst op Lentevreugd geweest. Het gebiedje - een bewust uit de hand gelopen bollenveld uit de (hier niet zo) roaring 20s van de vorige eeuw - heeft mijn hart gestolen. Merkte niks van de kou en nattigheid. Maar goed, soms zeggen beelden meer dan woorden, dus ik hou nu gewoon maar even mijn mond.

Bezemkruiskruid, 
de enige plant die ik in bloei zag staan
Nee hoor, gewoon zonder Photoshop...
Wat is belangrijker: grazen, fotograferen of bijpraten? 
Daar heeft iedereen zo z'n eigen mening over in dit plaatje.

Dit Konik-veulen stond heel Zen voor zich uit te staren. 
En wie haalt 'm uit z'n flow? Sorry... 
Even kijken, wat heb ik vandaag allemaal gezien. Bij aankomst een stuk of tachtig Grauwe Ganzen rond de poel. Schuw en waaks. Machtig gezicht om al die beesten te zien opstijgen, ook al voelde ik me wat schuldig dat ik de aanleiding was. Veel Spreeuwen, die een feestje bouwden op en rond de verse mest van de kudde Schotse Hooglanders. Een eenzame Sperwer. Rustig ronddobberende Krakeenden. Een paar Knobbelzwanen, die de daling inzetten met indrukwekkend suizende vleugels. Hier en daar wat verontwaardigd roepende Graspiepers. Ze lijken de hoogte in te gaan om me in een duikvlucht aan te vallen, maar piepen 'm er dan snel tussenuit (sorry, slechte woordgrap...). Een biddende Slechtvalk. Rechts en links een verdwaalde zwam. Maar de topper van de dag was toch wel de zwerm Putters - prachtige vogeltjes, nog niet eerder in het echt gezien - op nog geen drie meter afstand. Vrolijk fluitend en ontspannen friemelend aan de katjes van de Els waar ze in zaten. De Konik-paarden, een in mijn ondeskundige ogen zeer geslaagde poging van fokkers om weer in de buurt te komen van het oerpaard, waren prachtig. Laconiek, onverstoorbaar, maar toch ook speels. Dan de Hooglanders, schitterende beesten, maar niet de slimste als je het mij vraagt. Die zijn duidelijk aangesteld voor de sier. En om de boel te maaien en onder te schijten, natuurlijk. Zo blijft de cirkel mooi rond op dat stukkie vreugde tussen Katwijk en Duinrell.
 




En - BAM! - daar zijn ze ineens: Zwammen

The Revenge of the Porceleinzwam!!

We moesten er even op wachten dit jaar, bijna tot het punt dat ik me zorgen zou gaan maken, maar daar zien we dan toch eindelijk het spreekwoord in levende lijve: "ze schieten als paddenstoelen uit de grond!"

De Porseleinzwam doet het bijzonder goed op de oude Beuken van Clingendael. Een schattig mooi glanzend zwammetje dat zijn naam eer aan doet, zou je denken. Maar vergis je niet: het is een moordende parasiet die leeft op de voedingsstoffen van de boom. Een echt tree-killer! Meneer Beuk heeft daar soms namelijk best onder te lijden. En vaak is dat lieve zwammetje een teken dat de boom niet erg gezond is (of al dood).

The Attack of the Zwavelzwam!!
De Zwavelkop is een veel voorkomende paddenstoel. Vorige week nog nergens te bekennen, nu staat het hele Haagse Bos er vol mee. 

Even een lesje Mycologie, oftewel biologie van de paddenstoel, want ik wil snappen wat die schimmels beweegt:

Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van zwammen. De 'zwam' is - net als alle schimmels - een afbreker van plantaardig materiaal. De natuur heeft namelijk een taakverdeling afgesproken: bacteriën storten zich op dierlijk materiaal, zwammen verslinden planten en bomen. Al pakken sommige zwammen ook (dode) dieren aan. Met dunne, soms kilometers lange 'zwamdraden' (hyfen) dringen ze andere organismen binnen. In de 'prooi' scheiden de zwamdraden verterende sappen uit, waardoor voedingsstoffen oplossen en door de zwam kunnen worden opgenomen. Dit netwerk van zwamdraden wordt een zwamvlok of mycelium genoemd. Grofweg zijn er drie typen zwammen:

1. "Samenwerkers" zijn echte netwerkers: de draden van de zwam dringen de wortels van een boom binnen en helpen de boom om water en mineralen uit de bodem op te nemen, een soort extension van zijn wortels dus. De paddenstoel krijgt daarvoor voedingsstoffen, zoals suikers en koolhydraten voor terug. Klinkt als een echt symbiose tussen twee organismen. En dat is het ook. Een Vliegenzwam is een voorbeeld van zo'n  
2. "Opruimers" zijn de schoonmaakploeg: dit is waar de meeste zwammen erg goed in zijn. Gewoon lekker strooisel, oud hout en dooie planten opruimen door ze te verteren. De Zwavelzwam is er zo eentje.
Judasoor, Tonderzwam, Elfenbankje en nog zo wat...
3. "Parasieten" zijn de gemene uitzuigers van het stel: ze vallen levende organismen aan, bij voorkeur zwakke, oude bomen. Heel gemeen om zich juist op die oudjes uit te leven. Maar ja, het is eten of gegeten worden in de natuur, dus deze zwammen kiezen voor de aanval. Voorbeelden zijn de Beukzwam of Berkenzwam.

Ik vond dit wel een leuke en informatieve website, voor als ik het nog eens terug wil lezen of meer wil weten.

Ze zeggen dat de Capitool-gids de beste paddenstoelengids is, maar die is uit de handel en dus een collector's item geworden. Als je 'm hebt: hou 'm in de kast of verkoop 'm voor een woekerprijs. Ik zou er grof voor betalen...


De Biefstukzwam, het moet gezegd worden, ziet er erg smakelijk uit.
Hij is ook prima te eten, maar dan wel even een dag in een melkbadje om de bittere smaak te neutraliseren 

Je zou zeggen, de Zwavelzwam laat ik staan, klinkt tenslotte niet erg appetijtelijk.
Maar je kunt hem prima eten (als je geen allergie hebt). De Engelsen noemen hem niet voor niets 'Chicken of the Woods'