vrijdag 13 januari 2017

Grensgeval: wandelen in De Kempen


Ingang Abdij te Postel
Reusel, Bladel, Eersel, Postel...
Eens per jaar trek ik me terug in een klooster. Dit jaar heb ik een paar dagen doorgebracht bij de Norbertijnen in het Belgische Postel. Hun abdij is gevestigd op een kruispunt van oude handelsroutes tussen Leuven en Den Bosch en tussen Antwerpen en Keulen. Ideaal wandelterrein.

Een van de vele eikenlanen in De Kempen


De natuur in de omgeving van de Postelabdij - hierboven de besneeuwde binnenplaats omringd door gebouwen uit de 17e eeuw - is een wandelparadijs. Een continue afwisseling van (gemengd) bos, ven en akker. Stil, oud, divers. Kilometerslange paden en lanen, met vooral eiken en sparren. In het gebied fladdert een enorm aantal vogelsoorten rond. Maar eerst even de bomen...



Eén veel voorkomende boom kon ik maar niet thuis brengen. Hij had grote gelobde bladeren, elke lob met 2 of meer genaalde tanden. Ik zag in de stam en het blad kenmerken van zowel een Esdoorn als van een Eik. Na een half uurtje bladeren in mijn nieuwe ANWB-bomenboek wist ik het zeker, ik had te maken met een Amerikaanse Eik. Samen met de Zomereik de meest voorkomende boom in de omgeving van Postel.



Dhr en mevr Grove Den
Links en rechts zag ik ook wat Valse Acacia's staan met hun bruine kabeltruien. Mooie, grillig groeiende bomen die de lokale boeren hier graag zien omdat hun harde hout goede weidepalen oplevert.

Maar goed, het is inmiddels wel duidelijk, geloof ik: sinds de bomenexcursie en het boek van Peter Wohlleben ben ik nogal gefascineerd geraakt door bomen en hun manier van leven.

Ik kan je de TedTalk van
Suzanne Simmard (how trees talk to each other) van harte aanbevelen. Ze deelt daarin een wetenschappelijk verantwoorde, vernieuwende en wat mij betreft tamelijk revolutionaire kijk op communicatie tussen bomen. Eigenlijk onderstreept Wohlleben met zijn boek, dat later uitkwam dan deze TedTalk, haar ervaringen en wetenschappelijke inzichten.
Maar zoals gezegd is ook voor vogelaren Grenspark De Kempen - want zo heet het enorme (8000 hectare!) natuur- en ontginningsgebied in de provincies Noord-Brabant en Antwerpen - een speeltuin. Je vindt er overal bos-, water en moerasvogels. Het stikt er bijvoorbeeld van de Vlaamse Gaaien (misschien heten ze daarom ook zo). Naast de vele vinken, roodborsten, koolmezen, pimpelmezen, eenden, zwanen en ganzen waren de voor mij meest bijzondere 'visual contacts': Middelste Bonte Specht, een Kruisbekpaartje, een paar Sijsjes en een Goudhaantje. Ik zag een Buizerd het pad oversteken in het bos, waarvan ik me later afvroeg of het niet ging om een Bosvalk.

Ook spotte ik een Boomklever, waarbij ik erachter kwam dat hij het vogelgeluidje maakt dat ik al weken om me heen hoor en maar niet kon plaatsen! Poe-iet, poe-iet, poe-iet. Tja, waar je al niet blij van kan worden.

Sorry voor dit treurige plaatje op rechts. Fazanten worden hier veel uitgezet voor de jacht. Deze werd gedood door een auto, want die scheuren (ook) hier af en toe met een rotgang over de provinciale wegen.

Tot slot, als je zo nu en dan ook 's naar beneden kijkt, zie je ook de meest wonderlijke dingen. Dit is een compilatie van bevroren waterplassen. Kunstig, niet?